"Pastoor en eredeken Hardiquest werd niet vrijgesproken, dit beweren is een leugen"

Tiense eredeken
“Dat de zus van de overleden Tiense pastoor en eredeken Joris Hardiquest in de media zegt dat haar broer vrijgesproken werd in een fraudeschandaal is een grove leugen. Er is namelijk nooit strafrechtelijk een vrijspraak geweest”. Dat zegt Robert Hendrickx, voormalig lid van het kerkbestuur die, samen met anderen, de zaak destijds voor de rechter bracht. Hendrickx reageert nadat de zus eerder berichtte dat haar broer vrijgesproken was.

Waarover gaat het precies? “In 2010 werd ik lid van het bestuur van de Kerkfabriek Heilig Hart. We ontdekten dat toenmalig penningmeester R.D de zogenaamde transitrekening, dat is een bankrekening waarop alle ingezamelde gelden van de kerk terechtkomen en gebruikt wordt om alle betrokkenen te betalen, gebruikte voor eigen belang. Hij vroeg een bankkaart aan, iets wat niet mag, en betaalde ermee in de supermarkt maar ook op zijn vakantiebestemming aan zee. De pastoor en eredeken Hardiquest was hiervan op de hoogte. Ook pastoor W.V. kreeg geld om zijn schulden af te betalen en ook dat werd door Hardiquest getolereerd”, zegt Hendrickx.

Samen met twee andere toenmalige leden van het bestuur van de Kerkfabriek diende hij hierop klacht in wegens gesjoemel met gelden, het ging om een bewijsbaar bedrag van meer dan 30.000 euro dat van de rekening verdween.

De drie betrokkenen werden in eerste aanleg veroordeeld. In het vonnis staat, onder andere, te lezen: “De heer D. en de heer Hardiquest ontkennen trouwens niet oneigenlijk gebruik te hebben gemaakt van de transitrekeningwaarvan de heer Hardiquest de hoofdverantwoordelijke is. De gunst van een opschorting in hoofde van de tweede beklaagde D. en in hoofde van de derde beklaagde Hardiquest is wegens de bijzondere ernst van de feiten, de context waarin ze plaatsvonden en de tijdsduur ervan, niet opportuun. Bovendien zou dit bij de beklaagden leiden tot een onvoldoende bewustwording van de ernst van de door hen gepleegde feiten. Zij geven blijk van een gebrek aan schuldinzicht en van een gebrek aan norm- en waardebesef. De feiten zijn zeer laakbaar waarbij onschuldige, eerlijke burgers werden benadeeld. Ze geven blijk van een oneerlijke ingesteldheid.”

Niet vrijgesproken

De zaak kwam voor de Correctionele Rechtbank in Leuven in 2020 en in augustus werden de drie beklaagden veroordeeld. Hardiquest, R.D. en W.V. kregen een gevangenisstraf van drie maanden met uitstel, de eredeken kreeg ook een geldboete en de verduisterde gelden werden verbeurd verklaard. De drie gingen hiertegen in beroep en dat werd gepleit op 17 maart 2020 voor het Hof van Beroep in Brussel, de uitspraak zou een maand later volgen, in die periode overleed Hardiquest, om precies te zijn op 4 april. “Hierdoor kwam de strafvordering tegen hem te vervallen maar dat wil niet zeggen dat hij ook vrijgesproken werd. Integendeel, zijn kompanen werden, bij arrest van het Hof Van Beroep van 2 juni 2022, veroordeeld voor het verduisteren van gelden en deken Hardiquest werd als spilfiguur hierin beschouwd. Met recht en rede kan je veronderstellen dat hij, indien hij niet zou overleden zijn, ook zou veroordeeld zijn in beroep.”

Door het overlijden van de deken verviel de strafklacht maar de burgerlijke eis niet, wat wil zeggen dat de eisers de geldboete, schadevergoeding en een verbeurd verklaring nog konden eisen bij de zus van de deken. “We hebben dat niet gedaan. Het volstond voor ons dat hij ook schuldig zou zijn bevonden door het Hof Van Beroep, zijn nabestaanden hiervoor laten opdraaien, vonden we een brug te ver, ook al verkondigt zijn zus nu leugens door te stellen dat hij werd vrijgesproken. Wij hadden de doden graag laten rusten maar door haar onjuiste verklaringen in de media konden we niet anders dan reageren”, besluit Hendrickx.