Leuvense ANPR-camera's brengen 2,5 miljoen euro per jaar op
Gemeenteraadslid Zeger Debyser: “2020 was een jaar waarin we geteisterd werden door het coronavirus. In maart en april bleven we noodgedwongen thuis. In ons kot. Handel en horeca in Leuven zien zwarte sneeuw. Ook toeristen kunnen we moeilijk aantrekken. Dus verwachtten we een vermindering van het aantal overtredingen vastgesteld door onze ANPR camera’s. Niets is minder waar.”
De camera’s aan de Spaanse Kroon (Oude Baan en Hoegaardse straat) flitsen nu op een constant niveau van 280 en 190 boetes per maand. Dat is veel voor een rustige woonwijk. En roept vragen op voor een herevaluatie. Debyser: “We willen de slimme knip daar beperken tot de spitsuren om sluipverkeer te mijden in plaats van onwetende bezoekers of gebruikers van een deelwagen te bestraffen."
“Onze kampioen staat op het Martelarenplein, die wedijvert met de camera’s in Gent en heeft meer dan 24.000 vaststellingen op zijn naam. Dat is bijna 70 boetes per dag. Volgens de schepen van mobiliteit is die camera zeer goed aangeduid en daalt het aantal boetes pijlsnel… De cijfers vertellen een ander verhaal. Daarom vragen we nog eens om de signalisatie aan te passen. Bestuurders pikken echt niet voor hun plezier een boete op, maar vergissen zich gewoon.”
In oktober 2020, midden de tweede golf voerde de Stad Leuven een ANPR GAS boetesysteem in voor het voetgangersgebied. Zeger Debyser: “We hadden gevraagd voor een waarschuwingsperiode, waarbij men gedurende een leerperiode waarschuwingen zou sturen. De cijfers geven ons gelijk. In de eerste maand werden liefst 7.000 boetes opgetekend. Maar ook na deze eerste maand worden hier elke maand 3.000 tot 4.000 overtredingen vastgesteld. Voor maart hebben we nog geen cijfers. Cijfers voor de knip in de Burchtstraat in 2021 zijn er ook nog niet.”
“Wij vragen een mobiliteitsbeleid in het belang van de Leuvenaar en de bezoekers van Leuven. De boetes mogen dan wel gemakkelijk geld in het laatje brengen, de verstrooide beboete bezoekers zien we misschien niet meer terug in Leuven, met alle nadelige gevolgen voor onze handel en horeca.”
