Leuvense leegstand daalt voor tweede jaar op rij
De opeenvolgende crisissen van de voorbije jaren maken het veel handelszaken in Vlaanderen bijzonder moeilijk. Na de coronapandemie moet de sector vandaag het hoofd bieden aan fikse energieprijzen en een stijgende inflatie, wat de koopkracht bij veel klanten vermindert. Ook is er de opmars van e-commerce, waardoor winkels klanten verliezen aan webshops.
Uit de cijfers die vastgoedadviseur Locatus jaarlijks vrijgeeft, blijkt dat Leuven er desondanks in slaagt om voor het tweede jaar op rij de leegstand te doen dalen. Stond er in 2021 nog 11,8 procent van alle Leuvense panden voor handel en horeca leeg, dan zakte dat cijfer naar 11,1 procent in 2022 en nu verder naar 9,8 procent in januari 2023.
"Leegstaande panden en hun eigenaars volgen we kort op: na één jaar komen ze in een register terecht, het jaar daarop betalen ze een aanzienlijke leegstandstaks, om gespeculeer met panden te voorkomen”, zegt schepen van Handel en Werk Johan Geleyns (CD&V). “Tegelijk zoeken onze diensten en de centrummanager actief mee naar invulling voor leegstaande panden. We leggen linken tussen panden en handelaars en moedigen eigenaars via de Popstart-formule aan om leegstaande winkelruimtes aan een lager tarief te verhuren aan startende ondernemers. Wie alle mogelijkheden links laat liggen en bewust leeg laat staan, wordt bestraft. Op die manier pushen we eigenaars om kansen te geven en ondernemers om die te grijpen.”
“De Leuvense handel en horeca is de motor van onze stad. Het is onze bewuste keuze om weinig baanwinkels en géén shoppingcentra toe te laten op Leuvense bodem. Via gebiedsgericht beleid zien we Leuvense winkelwandelstraten zoals de Diestsestraat, de Vital Decosterstraat en ook de Bondgenotenlaan heropleven. En we beschikken over veerkrachtige handelaars, die zich heel crisisresistent opstellen.”
Kwaliteit boven cijfers
Het Leuvense stadsbestuur wil de dalende lijn aanhouden en de leegstand zo ‘stuurbaar’ houden, legt schepen Geleyns uit. “Tijdelijke leegstand is een constante op de markt, daar kunnen we niet rond. Eerder dan alle leegstand te willen wegwerken, is het daarom belangrijker om panden een kwalitatieve invulling te geven. Daarin nemen we als stad een sturende rol op, door fijnmazige data te verzamelen en de vinger aan de pols te houden bij alle bewegingen op de markt.”
