Wat hier niet rijdt, zal daar rijden
Meer fietsers, minder wagens. Dat is de eerste - weliswaar voorlopige - conclusie van het nieuwe mobiliteitsplan in de Leuvense deelgemeente Kessel-Lo. Het sterkt de huidige coalitie om verder te gaan op de ingeslagen weg maar daar is oppositiepartij N-VA het niet mee eens.
Toen de stad Leuven in augustus 2023 een nieuw mobiliteitsplan invoerde in Kessel-Lo was het afwachten of er een golf van protest zou ontstaan zoals bij de invoering van het circulatieplan in Leuven. Die kwam er niet en de tegenstanders die toch van zich lieten horen, balanceerden tussen ‘het gaat niet ver genoeg’ en ‘het stadsbestuur is tegen de auto’. Voor iedereen goed doen, is uiteraard onmogelijk. Hoewel het nieuwe mobiliteitsplan nog maar een viertal maanden van kracht is, komt het stadsbestuur onder de vleugels van Vooruit, Groen en CD&V nu al met de eerste conclusies. “Het autoverkeer in woonstraten is significant gedaald en het fietsverkeer is gestegen in de vergelijking tussen oktober 2022 en oktober 2023. Het mobiliteitsplan heeft het beoogde effect. Op basis van deze eerste evaluatie zullen we het mobiliteitsplan nog op enkele punten bijsturen.”
Meer concreet is er sprake van een daling van 10% in het autoverkeer en een stijging van het fietsverkeer met 7%. Die evolutie brengt het aantal fietsers in woonstraten op 42% en het aandeel wagens op 58%. In wijkontsluitingswegen zou er ook amper een toename (+1%) van het autoverkeer zijn terwijl het aantal fietsers er steeg met 5%. Allemaal goed nieuws zou je denken, maar oppositiepartij N-VA ziet het anders. “Een ongelijke verdeling van lusten en lasten en de Kesselaar is de pineut. Veel inwoners moeten ver omrijden. De povere winst komt er ten koste van de bewoners van de pineutstraten waar de leefbaarheid daalde.”
Wat die pineutstraten betreft: het is een wet van Meden en Perzen dat autoverkeer zich verplaatst bij de invoering van nieuwe mobiliteitsplannen. Of ook: wat hier niet rijdt, zal daar rijden, zo eenvoudig is dat. Met de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2024 in het vooruitzicht laat oppositiepartij N-VA uiteraard geen kans onbenut om te benadrukken dat iedereen - en dus ook de autobestuurder - een goede mobiliteit verdient. Het huidige stadsbestuur zit zowaar op dezelfde lijn maar vult het anders in: een ‘modal shift’ van de auto naar de fiets en het openbaar vervoer.
Feit is dat het stadsbestuur - met Groen op kop - zal doorgaan op de ingeslagen weg en dat er nog mobiliteitsplannen en gerichte ingrepen zullen volgen in de toekomst. N-VA wil dat verhinderen door de de huidige meerderheid te breken en pleit voor een “mobiliteitsbeleid met gezond verstand voor alle weggebruikers”. Lees: koning auto moet niet per definitie worden vervangen door koning fiets. Welke visie het uiteindelijk zal halen, zal blijken na de gemeenteraadsverkiezingen in oktober want zoals steeds heeft de kiezer het laatste woord.
Bart Mertens