Stad Leuven schakelt over op elektrische dienstwagens

wagens
Stad Leuven zal de komende jaren personen- en kleine bestelwagens die aan vervanging toe zijn, inruilen voor een 100% elektrische variant. Zo maakt ze werk van een duurzamer wagenpark en geeft ze zelf het goede voorbeeld.

De stad Leuven heeft een divers wagenpark met heel verschillende voertuigen, gaande van gewone wagens en bestelwagens tot tractoren en hoogtewerkers. “We gaan erg zorgzaam om met ons rollend materieel en herstellen en onderhouden het zo lang mogelijk in onze eigen garage. Wegens ouderdom moeten de komende vijf jaar 92 wagens van de Groep Leuven echter vervangen worden, waaronder 52 personenwagens en lichte bestelwagens. Die wagens zullen we vervangen door een milieuvriendelijkere, elektrische variant. Op die manier geven we als stad het goede voorbeeld”, licht schepen van aankoopbeleid Thomas Van Oppens toe. De stad is op zoek naar aanbieders van elektrische wagens en heeft hiervoor een overheidsopdracht uitgeschreven.

Alternatieve mobiliteitsoplossing
“Het is niet zo dat we elke wagen die aan vervanging toe is, zomaar vervangen door een nieuwe wagen”, gaat Van Oppens verder. “We zoeken telkens naar de beste mobiliteitsoplossing. We stellen ons altijd eerst de vraag of het nodig is om eenzelfde voertuig opnieuw aan te kopen. In sommige gevallen kunnen alternatieven, zoals elektrische fietsen, immers een betere oplossing zijn. En blijkt een nieuwe wagen toch de beste oplossing voor het mobiliteitsvraagstuk, dan kiezen we resoluut voor een elektrisch exemplaar.”

Verantwoorde dienstverplaatsingen
Stad Leuven streeft ernaar om zoveel mogelijk dienstverplaatsingen zonder wagen te doen en kiest in eerste instantie voor de (elektrische) (bak)fiets. De stad verdubbelde daarom vorig jaar nog het aantal elektrische dienstfietsen. Voor langere verplaatsingen gaat de voorkeur uit naar de trein, in combinatie met deelwagens of -fietsen. “Al blijft voor sommige verplaatsingen of opdrachten een wagen onontbeerlijk. Denk maar aan de medewerkers van de technische dienst die materiaal moeten leveren”, besluit Van Oppens.

Lees meer over