Leuven dient bezwaarschrift in tegen bouwproject in Machelen

28 januari 2021 | 11u12 | Gepost door annpeeters
etalages
Stad Leuven diende zopas een bezwaarschrift in tegen het Broeklin-project in Machelen. Dit is een grootschalig bouwproject van 153.250 m² verhuurbare oppervlakte, waarvan 55.000 m² voor kleinhandel. Het is de opvolger van het fel gecontesteerde Uplace-project.

Tegen Uplace diende stad Leuven destijds bezwaar in omdat het over een klassiek grootschalig shoppingcenter ging, dat voor een grote regio marktverstorend zou zijn geweest. Ook de bovenlokale mobiliteit zou er erg onder geleden hebben.

“Voor het Broeklin-project werden dan wel aanpassingen doorgevoerd aan de oorspronkelijke Uplace-plannen, toch blijft het probleem bestaan dat Vlaanderen te veel winkelvloeroppervlakte per inwoner heeft. Zonder garanties een complex bijbouwen dat nog eens een derde van de Leuvense handelsruimte vertegenwoordigt, is en blijft onverantwoord. Zo dreigt het hele Broeklin-verhaal oude wijn in nieuwe zakken te worden. En die wijn smaakte al bijzonder zuur”, zegt schepen van handel Johan Geleyns. “Wij verzetten ons tegen het zonder meer nieuwe handelsruimtes aanbieden, omdat er elders al zoveel leegstand is.”

Maakindustrie
Om de oude industriezone onder het viaduct van Vilvoorde nieuw leven in te blazen werd in 2004 het idee voor Uplace gelanceerd. Na een jarenlange procedureslag omwille van de verwachtte onredelijke concurrentie en verkeershinder, maakt Uplace nu plaats voor Broeklin, een circulaire werkwinkelwijk, waar opleiding, productie, consumptie en hernieuwbare energie samenkomen. Maakwinkels zijn vaak startende kleine winkels van ambachtslui, techniekers, kunstenaars… die hun ruimte verdelen over verkoop- en atelierruimte. 

Op zich een mooi concept maar de stad ziet een aantal essentiële problemen. Om heel Broeklin te vullen, zijn erg veel maakwinkels nodig, die de huur moeten kunnen betalen. De definitie van 'maakwinkel' die de ontwikkelaar hanteert, is bovendien erg vrijblijvend: ‘een winkel die een unieke ervaring rond het productieproces en/of een educatief element aanbiedt’. De stad vreest dat deze bepaling erg ruim te interpreteren valt. Verder is er geen enkele garantie dat er sancties volgen als de doelstellingen niet gehaald worden. Integendeel, als men er niet in slaagt om succesvol maakwinkels samen te brengen, dient de ruimte ingevuld te worden met KMO’s. Maar wat verstaat men onder KMO? Uiteindelijk is zowat elke winkel een KMO.

De stad diende daarom vandaag een bezwaarschrift in. Daarin stelt de stad Leuven dat er te weinig garanties zijn dat deze mooie woorden en principes ook effectief in daden zullen worden omgezet. 

Concurrentie
“Broeklin gaat in tegen de visie van de winkelnota van de Vlaamse Regering”, zegt schepen van ruimtelijk beleid Carl Devlies. “Die nota concentreert zich op het handelsgebeuren in Vlaamse steden om zo de leefbaarheid van de kernen te verhogen. Het gaat hier onmiskenbaar over extra winkeloppervlakte die bijkomende concurrentie oplevert voor Leuven, Tienen, Aarschot, Vilvoorde, maar ook Mechelen.”

“We kunnen ons vinden in de principes van de maakwinkels, de herbruikbare economie en een betere mobiliteit. We geloven echter niet dat dit project zijn beloftes kan waarmaken. De Vlaamse handel verdient beter dan loze woorden op papier. Leuven vraagt dan ook spijkerharde garanties in dit project”, concludeert schepen van handel Johan Geleyns.

Lees meer over