Lokale besturen Zuid-Hageland en VDAB willen meer mensen aan het werk
Tienen, Geetbets, Landen, Zoutleeuw, Kortenaken, Linter en Hoegaarden gaan structureel samenwerken met de VDAB op de lokale arbeidsmarkt om zo meer mensen aan het werk te helpen.
“Samenwerking is een belangrijke sleutel om meer mensen naar werk te begeleiden”, aldus Vlaams minister van Werk Hilde Crevits. “De lokale besturen van Tienen, Geetbets, Landen, Zoutleeuw, Kortenaken, Linter en Hoegaarden geven alvast het goede voorbeeld en zetten nu samen hun schouders onder het werkgelegenheidsbeleid. Enkel zo kunnen we een werkzaamheidsgraad van 80 % bereiken.”
In deze samenwerking ligt een juiste focus op een betere samenwerking met de sociale economie, levenslang leren en flexibele loopbanen. Allemaal belangrijke speerpunten om de krapte op onze arbeidsmarkt gericht aan te pakken.
Drie ambities
Het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024 wil de volgende jaren minstens 120.000 Vlamingen extra aan een job helpen. Het doel is om 80 % van de bevolking die ervoor in aanmerking komt aan het werk te krijgen.
Johan Viaene, provinciaal directeur van VDAB: “De gemeenten en steden uit de Interlokale Vereniging en VDAB gaan actief samenwerken voor een inclusief lokaal arbeidsmarkt- en welzijnsbeleid. Door met de lokale besturen de krachten te bundelen, kunnen we gericht zoeken naar oplossingen voor knelpunten en is de lokale inbedding van onze werking beter gegarandeerd. Met deze samenwerkingsovereenkomst wil VDAB de goede samenwerking met deze gemeenten en steden verankeren.”
De partners hebben samen actiedomeinen en acties vastgelegd waarmee ze drie ambities nastreven: meer inwoners aan het werk, veerkrachtige ondernemingen in een toekomstbestendige arbeidsmarkt en sterkere loopbanen binnen een stimulerend leerklimaat.
Ine Tombeur, schepen van mensen van de stad Tienen: “Krachten verenigen met verschillende partners om de werkzaamheidsgraad te verhogen, juichen we uiteraard toe. Eind vorig jaar hadden we al een talentenplatform met de lokale besturen, VDAB, werkgevers en het onderwijs. Hierin kwamen enkele duidelijk knelpunten naar voren: taal, competenties en kinderopvang. Ik zie het als een enorme uitdaging om hierover met verschillende partners acties op te zetten.”
De samenwerkingsovereenkomst loopt tot 31 december 2025.
