Drie maanden cel met uitstel voor bestuurster die onopzettelijk dodelijk ongeval veroorzaakte

De Leuvense politierechter veroordeelde een vrouw voor een dodelijk verkeersongeval op 6 september 2022 net voorbij de tunnel onder het Vierarmenkruispunt in Tervuren. De beklaagde was onvoldoende voorzichtig volgens de rechter, waardoor het ongeval er kwam.
Het dodelijk ongeval vond plaats op dinsdagavond 6 september 2022 omstreeks 21.50 uur op de Binnenring (R0) in Tervuren, vlak voorbij de tunnel onder het Vierarmenkruispunt. Het slachtoffer reed in de richting van Waterloo. Zijn echtgenote en zijn vier kinderen reden met hem mee. In de tunnel kreeg het voertuig te kampen met motorpech. Het slachtoffer stapte uit en duwde de auto verder. Eens uit de tunnel hield hij hiermee op, zodat zijn voertuig op korte afstand van de tunnel op de rechterrijstrook in panne stil bleef staan. Na enige tijd kwam de vrouw met haar wagen naar het in panne staande voertuig toegereden aan de toegelaten snelheid van 90 kilometer per uur. Ze remde nog maar reed recht in op de achterzijde van het voertuig dat achttien meter vooruit werd geduwd. Door de grote impact van de aanrijding raakte het slachtoffer gekneld tussen zijn wagen en de betonnen rechterberm. Hij overleed ter plaatse. Zijn dochtertje, toen tien jaar, raakte als inzittende gewond. De 27-jarige vrouw uit Overijse legde na de feiten een negatieve adem- en speekseltest af en had een blanco strafblad.
De politierechtbank Leuven stelt dat de beklaagde door haar onvoorzichtig rijgedrag schuldig is aan onopzettelijke doding van de vader én aan onopzettelijke slagen en verwondingen aan één van de kinderen.
"Het is voor de rechtbank duidelijk dat beklaagde nog steeds worstelt met het dodelijke ongeval dat zij heeft veroorzaakt. De rechtbank is ervan overtuigd dat de gevolgen van het zeer ernstige verkeersongeval, buiten de wil van de beklaagde plaats vonden. Daartegenover staat dat de onvoorzichtigheid en de nalatigheid van de beklaagde tot gevolg hadden dat een leven vroegtijdig tot een einde kwam. Het leven van de nabestaanden werden onherroepelijk beschadigd. Zij verloren een echtgenoot en een vader. Het jammerlijke ongeval vond ook nog eens plaats in het directe bijzijn van de echtgenote van en zijn (minderjarige) kinderen. Er is dus onmiskenbaar sprake van onherstelbaar leed en verdriet veroorzaakt door beklaagde", stond er in het vonnis te lezen.
De vrouw kreeg drie maanden cel met uitstel over drie jaar, drie maanden rijverbod, 1.600 euro boete en het verplicht opnieuw afleggen van een theoretisch herstelexamen, een praktisch herstelexamen, een medisch onderzoek en een psychologisch onderzoek om opnieuw te mogen rijden. Op burgerlijk vlak kende de politierechtbank morele schadevergoedingen van 46.666,68 euro toe.