Diestse Felix Van Meerbergen is 45 jaar priester: "Ik wilde eigenlijk journalist worden"

Foto: Felix Van Meerbergen
De Diestse priester Felix Van Meerbergen vierde recent zijn 45 jaar priesterschap. Vorig jaar hadden wij met hem een babbel toen hij zijn 20ste verjaardag in Diest vierde, voordien was hij 24 jaar priester in Zoutleeuw. Dat was toen voldoende reden voor ons om met hem op een terras in Diest te gaan zitten en te genieten van een portie mosselen-friet en met hem te praten over de toen nog voorbije 44 jaar. Ter gelegenheid van zijn 45ste verjaardag als priester publiceren we graag opnieuw het interview dat we destijds met hem hadden. “En dan te bedenken dat ik eraan dacht om sportjournalist te worden want ik wilde erbij zijn wanneer de Tour De France uitreed.”

Op het terras ontmoeten we een warme, lieve en gedreven man. Ook al is hij al 72, Felix wil nog altijd de samenleving dienen en is daar heel gedreven in. Aanvankelijk zag het er nochtans niet naar uit dat hij priester zou worden. “Op mijn vijftiende schreef ik een brief naar Het Volk waarin ik mijn ongenoegen uitte over het feit dat ze weinig of niets schreven over de wielrenners van Schoonderbuken, een deelgemeente van Scherpenheuvel-Zichem waar ik met mijn ouders woonde. Hoofdredacteur Stef Goossens antwoordde mij dat ik dan maar eens iets moest schrijven en dat deed ik ook. Even later kwamen ze naar ons thuis, er was toen geen internet en andere huidige communicatiemiddelen, en toen ze tegen mijn vader begonnen over een eventuele loopbaan als journalist begreep die er geen snars van. Dat was het moment waarop ik hen vertelde dat ik die brief en het artikel had geschreven, ik mocht meteen voor hen beginnen schrijven. Je moet weten dat het toen allemaal anders verliep, ik moest mijn tekst destijds dicteren aan de telefoon maar thuis hadden we er geen en daarom ging ik op de pastorij of bij Roger de beenhouwer bellen naar de gazet. (lacht).”

Niet op mond gevallen

Dat Felix niet op zijn mond gevallen is, bleek ook elders. “Toen de studentenrevolte in Leuven uitbrak in 1968 stond ik mee op de bres. Ik kwam uit de KAJ en toen de beweging Diest bereikte, en ik daaraan ging meedoen, kreeg ik opeens een microfoon onder mijn neus geduwd. Kardinaal Suenens besliste in 1966 om de Franstalige afdeling in Leuven te handhaven en dat lokte groot verzet uit in Vlaanderen, ik vond er niet beter op dan aan het publiek te vragen wie ze verkozen, Suenens of Barabas, natuurlijk scandeerde iedereen Barabas.  Een priester van het Sint-Jan Berchmanscollege vertelde kardinaal Suenens hierover en bij ons eerste gesprek, dat was toen ik mij aanmeldde om priester te worden, vroeg hij mij of ik voor Suenens of Barabas kwam. Op een ander moment kwam Gaston Eyskens naar de middenraad van het ACW die  over het jeugdbeleid ging. Eyskens was een monument, iemand die je niet tegensprak.  Na zijn toespraak mocht je vragen stellen en ik, als zestienjarige, durfde het, als enige van de 200 aanwezigen, aan om mijn vinger op te steken. Ik zag hoe de secretaris tegen Eyskens fluisterde dat het ene van Schoonderbuken was en toen Eyskens mij vroeg of het jeugdbeleid in Schoonderbuken ook zo slecht liep, reageerde ik iets in de stijl van  ‘ik dacht dat de eerste minister wist dat Schoonderbuken maar een gehucht is en dat daar dus geen beleid wordt gevoerd.’ Al die mannen van het ACW waren verbijsterd, dat  een snotaap van Schoonderbuken zo een antwoord durfde te geven aan de minister hadden ze nog nooit meegemaakt (lacht). Het bleef even stil en dan bulderde de volledige zaal van het lachen en brak er een applaus los. Aan het einde moest ik bij hem komen en toen zei hij mij dat ik of pastoor zou worden of in de politiek zou stappen, hij hoopte dat ik voor het eerste zou kiezen. Toen ik uiteindelijk als priester gewijd werd, stond er een man voor de deur die me 6 flessen wijn bracht en 4 boeken. Er zat een kaartje van Eyskens bij waarop die had geschreven dat hij zich ons gesprek herinnerde en hij blij was dat ik het goede had gekozen.”

Lees verder onder de foto. 

Felix Van Meerbergen
Journalist werd hij uiteindelijk niet, een priester met een warm hart wel.

Ik moest en zou journalist worden, of toch niet

Dat Felix uiteindelijk priester werd, is al evenzeer een apart verhaal. “Toen Cardijn kardinaal werd kwam hij naar Diest. Het was toen 1965 en in die tijd betekende dat  nog iets. Ik vroeg hem om een handtekening en hij wilde weten wat ik later zou worden. Ik was 15 en vertelde hem dat ik journalist wilde worden want dat ik oh zo graag naar de Ronde Van Frankrijk wilde gaan om er verslag over uit te brengen. Hij antwoordde mij dat ik priester zou worden en vertrok, op de terugweg heb ik wel duizend keer aan mijn vrienden gezegd dat daar geen spraken van kon zijn, ik moest en zou journalist worden. Toen ik thuiskwam vroeg mijn moeder hoe het geweest was en ik antwoordde dat ik priester wilde worden (lacht). Op één of andere manier had zijn boodschap mij toch aangegrepen. Toen ik op het seminarie zat, zei Goossens mij nog dat ik altijd terug mocht komen indien ik het niet meer zag zitten maar dat is dus nooit gebeurd.

Tijd om ons te beraden

Felix zet zich, dag in dag uit, in voor de kerk en dat doet hij eerder op een progressieve manier. “We moeten ons als kerk beraden om mensen te onthalen. We moeten de vraag stellen of we geen rituelen moeten aanbieden voor mensen voor wie een kerkelijk huwelijk onmogelijk lijkt. Waarom kunnen we dat bijvoorbeeld niet organiseren voor mensen van hetzelfde geslacht of zij die, na een gebroken relatie, opnieuw de liefde vinden, die moeten toch ook een zegening kunnen krijgen. We zegenen dieren op het feest van Sint-Franciscus, fietsen en auto’s. Het lijkt me logisch dat dit dan ook moet kunnen voor mensen die elkaar echt graag zien. Ik weet dat daar een paar maanden geleden een ongelukkige verklaring vanuit de Romeinse Curie over kwam, Dat maakt mij verdrietig maar de reactie van de Belgische bisschoppen was toen zo open dat het mij weer deed besluiten om door te gaan met zulke zegeningen, niet omwille van de sensatie maar omdat we als kerk met open handen en deuren klaar moeten staan voor iedereen. De kerk moet het zicht behouden op de grote wereld en aandacht hebben voor iedereen, ook de armen en de kwetsbaren, zowel hier als elders. Het evangelie moet je verkondigen binnen de muren van een kerk, de onze in Diest staat er al zeven eeuwen, maar ook op de markt, in de straat, op een terras of in één of ander huis. Daarom steunen we ook projecten van solidariteit en vinden we een voedselbank zo belangrijk en staan we aan de zijde van Eddy Van Uytsel en Martine, de ouders van de vermoorde Annick, die met hun actie Annick For Kenya aan ontwikkelingssamenwerking doen of Jean Pierre Lever en Lea met hun werk in Senegal en het Roemenië comité met hun werk in Apold. Wanneer ik kan, ga ik graag met ze mee. Als de kerk niet dient, dient ze tot niets, zoals Monseigneur Gaillot destijds zei. Ik ben al jaren begeesterd door figuren als Cardijn, de vermoorde bisschop Romero of Dom Helder Camara die in de jaren 60 en 70 bekend werd als tegenstander van de militaire dictaturen in Brazilië. Ik heb nog éen droom en dat is ooit te mogen neerknielen op het graf van de heilige Romero die aan het altaar vermoord werd. Dat is de held van het evangelie.”

Lees verder onder de foto. 

Felix Van Meerbergen
Felix gaat graag mee met solidariteitsacties waar hij een warm hart voor heeft. Foto: Felix Van Meerbergen

Pensioen is niet aan Felix besteed

Intussen is Felix er al 72 en in theorie moet hij op zijn 75ste met pensioen. “Zolang ik kan, wil ik mij inzetten voor de kerk, de mensen én de wereld. We zien wel hoe het loopt. Hopen dat we gezond en wel blijven en open van geest. Maar eerst liggen er nog drie jaar voor ons open. We gaan proberen om het gewone op een buitengewone manier te doen, zoals Sint-Jan Berchmans ooit zei. Tijdens de lockdown streamden we de eucharistievieringen via ons YouTube kanaal en we gaan dat blijven doen. Ik hoor van velen dat ze toch liever een mis zien in hun eigen kerk dan ergens in Vlaanderen. Met de woonzorgcentra bekijken we nog hoe we dat best regelen. Gelukkig zijn er ook in Diest veel mensen van goud, die ontmoette ik destijds ook in Zoutleeuw, gedreven mensen vol engagement. Ik ben elk van hen heel dankbaar want zonder hen was ik vandaag niet de man die ik ben en mag zijn”, besluit Felix die zijn journalistieke passie toch niet helemaal heeft kunnen loslaten want hij is intussen druk in de weer om een boek te schrijven rond 700 jaar Sint-Sulpitiuskerk waarvoor hij grasduint in de verhalen van alle pastoors die er ooit een eucharistie voorgingen.

Felix Van Meerbergen
Sowieso nog even priester in Diest, als de gezondheid het toelaat. Foto: Felix Van Meerbergen.