Tante Yvette blaast negentig kaarsjes uit, meer dan 50 jaar was ze onthaalouder in Pellenberg

14 februari 2025 | 12u18 | Gepost door annpeeters
Yvette en kleinzoon Marius Bosmans

Yvette Nys, in Pellenberg vooral gekend als tante Yvette, wordt op Valentijnsdag negentig jaar. Tot haar zeventigste ving ze alle dagen kinderen bij haar thuis op.

Nu doet Yvette Nys het wat rustiger aan, maar ze heeft altijd een huis vol kinderen gehad. Zorgen zit haar in het bloed. 

Kun je ons vertellen over je jeugd, Yvette?

Ik ben tot mijn 19e naar school geweest, dat was heel uitzonderlijk in de tijd. Ik heb de beroepsschool gedaan en heb er leren naaien. Ik heb zelf mijn trouwkleed genaaid, maar ik heb er niet mijn beroep van gemaakt. In 1958 ben ik getrouwd met mijn man, Cyril Bosmans. 
In 1959 zijn we in Pellenberg gaan wonen, bij mijn grootmoeder. Ze woonde alleen, want ze was nog heel jong toen haar man naar het front moest en is er achtergebleven met mijn moeder, toen 3 jaar, en haar jongere zus, toen 1 jaar. Ze was blij dat ze iemand in huis had, die voor haar kon zorgen.

Ben je dan onthaalmoeder geworden?

Nee, ik heb eerst zeven jaar in het ziekenhuis in Leuven gewerkt, in de strijkerij en daarna zeven jaar in het ziekenhuis in Pellenberg, omdat we ondertussen daar woonden. Ik heb samen met mijn man zaliger drie kinderen gekregen: Pieter, Theo en Rina. Als Pieter geboren is, ben ik gestopt met werken in het ziekenhuis. Mijn schoonbroer vroeg me toen of ik op het kind van een collega wilde passen, later kwamen er de kinderen van mijn broer bij en het is niet meer gestopt. Het laatste kind is hier de deur uitgegaan toen ik 70 was. Zorgen voor mensen ligt in mijn aard, ik was de oudste van zeven kinderen, dan ben je wel wat gewoon. Ook mijn man kon het goed vinden met de kinderen en hun ouders.

Hoe blik je terug op je carrière als ‘Tante Yvette’?

Hoeveel kinderen ik precies opgevangen heb, dat weet ik niet. Mijn man wilde ze eens tellen, maar dat is er nooit van gekomen. Wat ik wel kan bevestigen, is dat ze allemaal goed terecht zijn gekomen. Ze werden ingenieur, apotheker, jurist, gynaecoloog of iets anders, maar allemaal staan ze goed in het leven, dat doet mij veel plezier.

Is de job zwaar? 

Daar moet je niet aan twijfelen. Kinderen kwamen hier ’s morgensvroeg toe en pas ‘s avonds laat gingen de laatsten naar huis. De kinderen van wijlen Martine Tanghe bijvoorbeeld, die gingen soms in pyjama naar huis, zodat ze alleen nog in bed gelegd moesten worden thuis. Martine moest vaak ’s avonds laat werken en dan bleven de kinderen langer. Ook de kinderen van de tandarts en van de gynaecoloog bleven dikwijls langer. Er waren er die tegen mijn man aankropen om in de zetel televisie te kijken, want de laatblijvers mochten televisiekijken. Ze kregen ook een puddinkje.

Onder kinderopvang, moest je bij mij ook echt verstaan, kinderen tot en met het zesde leerjaar. Ik woon naast een school, en ze kwamen voor en na schooltijd naar hier. De oudste kinderen moesten hun huiswerk maken, met de kleintjes ging ik buiten. Ik was er altijd streng op dat de kleintjes de groten dan niet stoorden, ze mochten niet roepen, want dan stuurde ik ze naar binnen. 

Over het algemeen waren de kinderen hier braaf, zeker de kinderen van de eerste jaren. ’t Is pas de laatste jaren dat sommige kinderen het wat uithingen, dan moest ik geregeld op mijn strepen staan. Als ze niet luisterden, dan zette ik ze uit de groep, dan moesten ze apart op een stoeltje gaan zitten. Als ze weer braaf waren, mochten ze terug in de groep. 

Ik maakte ook eten voor de kinderen, elke dag warm eten en boterhammen, ze kwamen hier niets tekort.

Vakantie hadden we nooit, de kinderen kwamen hier zelfs in de vakantie, want ja, dan hadden ze ook opvang nodig. Ik ben met mijn man naar Lourdes gegaan toen ik geen kinderen meer opving, maar verder zijn we niet weggeweest.

Zie je nog kinderen die je opgevangen hebt?

Ja hoor, vooral de oudste kinderen zie ik nog geregeld, ze springen af en toe eens binnen. Ondertussen hebben ze zelf al kinderen en komen ze over hun gezin vertellen. Dat vind ik fijn. Ik heb meer dan 30 jaar kinderen opgevangen, dus dat zijn er wel wat. 

Welk verhaal is je bijgebleven?

Ik heb eens een kind voor 1 dag opgevangen, maar dat is uiteindelijk 8 jaar geworden. Hier stond eens een mama aan de deur met haar kind. Het kind werd normaal opgevangen in Roosbeek, maar deden ze de deur niet open. De vrouw moest gaan werken in het ziekenhuis en is daarom bij mij terecht gekomen. Onder de middag hebben ze dan de juiste maat pampers gebracht en het kind is gebleven. Ik kon het niet over mijn hart krijgen om de vrouw met het kind weg te sturen.

Als je terugkijkt op je leven, is er iets wat je anders zou hebben gedaan?

Nee, eigenlijk niet. Ik ben tevreden hoe mijn leven gelopen is. Ik heb de juiste keuzes gemaakt en zou het zo opnieuw doen.

Heb je nog dromen of doelen die je wilt bereiken? 

Nee, op mijn leeftijd heb je geen grote dromen meer, ik word op 14 februari negentig jaar. Ik help nog mee bij Ziekenzorg, daar zorg ik voor de bloemen op de tafels als er iets te doen is en geef ik taart aan de mensen. Wat kan ik verder nog doen? In de tuin werken gaat niet meer, iemand van de gemeente komt hier het gras afrijden, maar de bloemen onderhouden ze niet, dat is wel jammer, want ik zie graag bloemen. Dat de school hier binnenkort verhuist vind ik ook jammer, want dan is het leven hier weg op het plein. Maar ook dat zal wel weer wennen. 

Lees meer over