Provincie wil van Brabantse Wouden nationaal park maken
“Zo’n park biedt een combinatie van een unieke beleving van de natuur, het landschap en de streek voor inwoners en aan binnen- en buitenlandse bezoekers. Deze parken moeten uitgroeien tot een motor voor streekontwikkeling via toeristisch-recreatieve ontwikkeling, jobs en investeringen in de infrastructuur. Bij een Nationaal Park ligt de klemtoon meer op natuur en biodiversiteit. Bij de Landschapsparken ligt de klemtoon op landschapskwaliteit en de verschillende functies van het gebied, zoals landschapsontwikkeling, recreatie, natuur, erfgoed, landbouw, wonen, bedrijvigheid en toerisme”, zegt Bart Nevens, gedeputeerde voor Leefmilieu.
“De provincie heeft nood aan sterke landschappelijke, ecologische en recreatieve troeven en na grondige analyse en op basis van stevige samenwerkingsverbanden hebben we besloten om de uitwerking van een aantal kandidaturen te coördineren. Het gaat om het gebied Brabantse Wouden als kandidaat Nationaal Park en de gebieden Pajottenland en Getevallei die beide kandidaat Landschapspark zijn. Bovendien ondersteunen we de kandidaturen van de gebieden Demer-Laak en de Merode door interbestuurlijk overleg", zegt Ann Schevenels, gedeputeerde voor Ruimtelijke planning.
Een nationaal park moet een voldoende omvang, minstens 5.000 ha, hebben en voldoende aaneengesloten zijn om de aanwezige soorten en leefomgevingen duurzaam te kunnen in stand houden. Het gebied Brabantse Wouden voldoet hier met zijn meer dan 10.000 ha natuurkernzone ruimschoots aan. Deze zone omvat ook de deelkernen Zoniënwoud, Meerdaalwoud en Dijlevallei. "Het gebied kent een aantal sterke punten. Zo omvat het de grootste oppervlakte aan oud bos in Vlaanderen met de het daaraan gekoppelde rijke planten- en dierenleven. Brabantse Wouden kent een zeer hoge concentratie holle wegen met de daaraan verbonden zeldzame dieren, bomen en struiken. Er staat een aantal monumentale bomen, vooral beuken en eiken, dat zijn gelijke in België niet kent", klinkt het. Brabantse Wouden heeft ook unieke rivieren en valleisystemen, met vooral Dijle en Laan als uitschieters, die nooit werden rechtgetrokken.
Het gebied ligt tussen de kunststeden Leuven en Brussel en is bijgevolg een oase aan erfgoed, waar cultuur en natuur elkaar versterken.
De kandidatuur werd ingediend door de provincie Vlaams-Brabant in samenwerking met het Vlaamse Agentschap voor Bos en Natuur (ANB) en met de steun van de gemeenten Beersel, Bertem, Bierbeek, Halle, Hoeilaart, Huldenberg, Kortenberg, Leuven, Linkebeek, Oud-Heverlee, Overijse en Tervuren.