Nieuwe woningen en woningrenovaties moeten mee drijvende kracht zijn achter CO2-omslag

klimaat
Stad Leuven en stad Mechelen gaan expertise delen om, in overleg met de bouwsector en via co-creatie, hun stedenbouwkundige verordening te verbeteren in het licht van de klimaatuitdagingen. De focus zal liggen op warmte en circulaire bouwmaterialen. Beide steden willen er zo voor zorgen dat nieuwe woningen en woningrenovaties mee de drijvende kracht zijn achter de CO2-omslag. Ze krijgen in het kader van de projectoproep ‘Klimaattafels’ een subsidie van 150.000 euro van de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) om dit project mogelijk te maken.

Wie wil bouwen of verbouwen moet rekening houden met bepaalde wetgeving, die is opgenomen in de stedenbouwkundige verordening. Die verordening is dus erg invloedrijk in de transitie naar klimaatneutrale woningen en de toepassing van hernieuwbare energie in woningen.

In Leuven worden jaarlijks gemiddeld 314 nieuwe wooneenheden gebouwd en 191 vergunningsplichtige verbouwingen uitgevoerd in woningen. Mechelen kent gelijkaardige cijfers. Daarnaast zijn er nog heel wat renovaties niet vergunningsplichtig, waar de stedenbouwkundige verordening ook kan voor gelden. Het wordt dus al gauw duidelijk dat heldere en ambitieuze regels veel impact kunnen hebben in de manier waarop we bouwen en in welke mate we daarbij rekening houden met klimaatmitigatie (het beperken van de broeikasgasuitstoot, bijvoorbeeld door fossielvrij te verwarmen) en klimaatadaptatie (het aanpassen aan de klimaatverandering, bijvoorbeeld door te ontharden en te vergroenen).

Ambities van wie (ver)bouwt verhogen
“We doen al heel wat om Leuvenaars te motiveren en te helpen energiebesparende maatregelen te nemen bij het bouwen of verbouwen van een woning. Zo voorzien we uitgebreid renovatieadvies en premies. Met de herziening van de bouwverordening gaan we nu nog een stapje verder. Via regulering willen we de ambities van wie bouwt of verbouwt verhogen. Dat is nodig, want gebouwgerelateerde emissies zijn verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de CO2-uitstoot in Leuven en Mechelen”, legt Leuvens schepen van klimaat en duurzaamheid David Dessers uit. “Met een duidelijk kader vanuit de stad willen we ervoor zorgen dat nieuwe woningen en woningrenovaties mee de drijvende kracht zijn achter de CO2-omslag.”

Samenwerking en kennisdelen
Schepen van ruimtelijk beleid Carl Devlies: “We zijn er ons van bewust dat bouwregelgeving in Vlaanderen zeer complex is en de belangen vaak heel groot. Daarom is samenwerking en kennisdeling net zo belangrijk. We richten daarom samen met Mechelen verschillende klankbordgroepen in met vertegenwoordigers uit de sector, uit andere steden en gemeenten en van de hogere overheden. Bedoeling is om de opgedane kennis maximaal te delen met andere steden en gemeenten, maar bijvoorbeeld ook met juristen en consultants om zo hun aandacht voor en kennis van klimaat in bouwcodes te versterken.”

De twee belangrijkste thema’s die in het gezamenlijke project behandeld worden zijn warmte en circulaire bouwmaterialen. Beide winnen snel aan belang, maar de expertise en werkbare instrumenten ontbreken om hier een goede regelgeving over op te stellen. “Er zal bekeken worden welke rol de steden kunnen spelen om via regulering de ambitie van opdrachtgevers te verhogen en drempels te verlagen om die ambitie in acties om te zetten”, aldus schepen Devlies.

De Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) en de Bond Beter Leefmilieu zullen deze ervaringen ook verwerken in een toolbox voor alle gemeenten in Vlaanderen, die volgend jaar gelanceerd wordt. Ook de provincie Vlaams-Brabant werkt hieraan mee.

Klimaatsprong voorwaarts
Leuven en Mechelen zijn beiden laureaat geweest van de European Green Leaf Award en hebben dus al een mooi palmares op het vlak van duurzaamheid. Beide steden willen ook na deze erkenning een voortrekkersrol blijven spelen en geloven sterk in het idee dat steden deze rol kunnen en moeten vervullen bij de omslag naar een duurzamere toekomst. Ze  hebben bovendien de ambitie om hun bevindingen met heel Europa te delen. Met hun status als klimaatpionier en -ambassadeur en bijhorende netwerken in Europa zijn beide centrumsteden daar ideaal voor geplaatst. “Op die manier moet het warm water niet telkens opnieuw uitgevonden worden  en maken we samen een grote klimaatsprong voorwaarts”, klinkt het nog.

Lees meer over