Wie kent er het gehucht de Zeept in Keerbergen?

Water heeft altijd een grote rol gespeeld in De Zeept, één van de oude gehuchten van Keerbergen, gelegen aan de zuidelijke kant van de gemeente. Zo zou de naam ook afkomstig zijn van het woord 'Sumpf', dat moeras betekent. De Zeept ligt in het natuurlijk overstromingsgebied van de Dijle, de bewoners moesten er dan ook iedere winter vechten tegen de overstromingen. “De dijken van de Dijle waren toen immers nog niet wat ze nu zijn”, vertelt Frans Van Looy, hulparchivaris bij het Keerbergse heemmuseum, De Botermolen, met een overgrootvader (Mamper) die in De Zeept had gewoond en een grootvader (Mampers Lodde) die er was geboren . “Veel weiden en velden die wat lager lagen liepen iedere winter onder.” De boeren die er woonden werkten dan ook steevast samen om die overstromingen zoveel mogelijk te voorkomen. “Zeeptenaren trokken samen aan één zeel”, aldus Van Looy. “Ze waren fier op hun afkomst.” De overstromingen hadden ook hun charme. “Na de watersnood volgde meestal de vorst”, gaat hij verder. “Het landschap veranderde dan in perfecte ijsbanen.” Zo kon men er dan soms al schaatsend naar de gemeenteschool gaan.
De Zeeptenaren hadden ook een eigen lied dat ze meestal zongen als ze te diep in het glas gekeken hadden. "Vivat De Zeept, Ze have het water tegen, vivat de zeept, ze have het woter tegen ast overliept”. Om dieper in het glas te kijken had De Zeept twee cafés. De properste en deftigste heette ‘In de Kastanjehoef bij Vangéles’. Zo lezen we in ‘950 jaar Keerbergen’ van heemkundige Rik Wouters. Losser en rumoeriger ging het eraan toe bij Polle Tamboer (Veldmans), die café In de Zeept uitbaatte. Als ze bij het eerste café de deuren sloten, kon men nog hier altijd terecht. Eens de duisternis ingetreden was gebeurde alles bij het licht van petroleumlampen. Het duurde tot in 1930 eer ze in De Zeept over elektriciteit beschikten.
Feesten deden ze niet alleen in de cafés. “Het moet zowat het eerste gehucht zijn dat zijn eigen kermis organiseerde”, aldus nog Van Looy. “Niet dat er veel foorkramers afzakten naar dat afgelegen gehucht. Men zorgde zelf ook voor de nodige volksspelen. Omdat enkele Zeeptenaren ook muzikant bij één van de fanfares waren, zakten die er ook wel eens af naar De Zeept. Een tent en een geïmproviseerd orkest zorgden ervoor dat er tot in de kleine uurtjes gedanst kon worden.