De auto wassen: zo doe je dat!

Spoelen

Het grootste en grofste vuil spoel je er als eerste af. Daar heb je niet allemaal ingewikkelde reinigingsmiddelen voor nodig. Een hogedrukspuit is hiervoor het meest efficiënt. Een tuinslang werkt een stuk minder goed, maar kan ook een begin zijn.

Geen spons gebruiken!

Denk eraan dat je een microvezeldoek gebruikt bij het schoonmaken van jouw auto. Geen spons en al helemaal geen schuurspons. Een microvezeldoek reinigt iets minder intens. Je moet dus misschien wat langer boenen, maar de kans dat je met een microvezeldoek de laklaag beschadigt is nihil. Met een spons is dat risico veel groter.

Twee-emmer-techniek

Maak gebruik van de zogenoemde twee-emmer-techniek. De ene emmer vul je met water en autoshampoo of een ander autoreinigingsmiddel. De andere emmer vul je met enkel water. Haal je doek door de eerste emmer voordat je de auto gaat schoonmaken. Na het boenen spoel je het doek uit in de tweede emmer. Zo voorkom je dat je met een vieze doek in de emmer met sop gaat. Dan ben je na een paar keer uitspoelen het vuil immers opnieuw over je auto aan het uitsmeren.

Nog eens spoelen

Na het wassen is het van belang dat je de auto nog eens goed naspoelt. Er mogen geen zeepresten achterblijven op de auto, dat kan de laklaag beschadigen. Wederom werkt een hogedrukspuit het best. Een tuinslang werkt ook. Als je geen tuinslang hebt, kan je de auto afnemen met een doek gedrenkt in enkel water.

Drogen

Laat de auto niet drogen aan de zon, maar droog hem zelf af met een droge microvezeldoek. Als jouw auto te lang nat blijft kan de laklaag beschadigen. Het is dus ook een goed idee om jouw auto te drogen wanneer je door een regenbui gereden hebt. Jij hebt de wasstraat dus helemaal niet nodig, want het zelf schoonmaken van jouw auto is helemaal niet zo ingewikkeld. Waar wacht je nog op? Vul wat emmers en rijd die auto de garage uit. Binnen de kortste keren is hij weer spic en span.